Heelal confrontatie

Pagina top navigatie elementen

Heelal

Confrontatie

Transcript

LEERKRACHT: Oh oho, jongens wie is dit?
LEERLING: Een aliën?
LEERKRACHT: Sst. Sst.
LEERLINGEN (Praten door elkaar)
LEERLING: Een aliënmannetje.
LEERKRACHT: Waarom is dat een aliën dan?
LEERLING: Een ruimtemannetje.
LEERKRACHT: Een ruimtemannetje? Ik heb geen idee, maar kijk eens, hij heeft wel een brief in zijn hand. Misschien moet ik die eens eventjes lezen.
Beste aardmensen,
Ik ben Bolo en ik kom van een andere planeet hier heel ver vandaan. Ik moet onderzoek doen naar de planeet Terra, maar ik heb een ongelukkige landing, te dicht bij de bewoonde wereld, gemaakt. Mijn schip heb ik zo lang verstopt. Ik weet niets over Terra, dat is een ander woord voor aarde, de planeet waarop jullie wonen. Kunnen jullie me misschien helpen? Ik moet weten hoe Terra is opgebouwd en wat er allemaal te zien is op Terra. Heel erg bedankt voor jullie hulp, Bolo.
Dus dit poppetje heet Bolo en waar kwam die vandaag, Collin?
LEERLING: Ja, van een planeet.
LEERKRACHT: Hij kwam van een andere planeet hè? Wat bedoelen ze daar nou mee, van een andere planeet?
LEERLING: Eh de ruimte planeet.
LEERKRACHT: Wat is de ruimte dan?
LEERLING: Nou dat daar allemaal aliëns wonen.
LEERKRACHT: Wonen daar allemaal aliëns, op andere planeten?
LEERLING: Ja.
LEERKRACHT: Wat zou Bolo nou allemaal zien als hij bij ons, hier op de aarde, komt en Bolo heeft hier nog nooit iets gezien. Hij weet helemaal niet hoe het er uit ziet hè. Wat zou hij dan allemaal zien? Hoe ziet onze aarde er een beetje uit? Karsten.
LEERLING: Eh, er staat bos en er staan huizen en er staan soms ook hekken omdat er iets gemaakt moet worden (…).
LEERKRACHT: Ja, heel goed.
LEERLING: (…) een gebouw zien.
LEERKRACHT: Ja dus hij zou gebouwen zien, hij zou bomen zien. Wat zou Bolo nog meer zien als hij zo op onze aarde komt?
LEERLING: Bloemen.
LEERKRACHT: Bloemen zijn ook op onze aarde. Wat nog meer, wie wonen er allemaal op onze aarde? Benthe?
LEERLING: Mensen, dieren.
LEERKRACHT: Er wonen ook allemaal dieren op de aarde. Benthe?
LEERLING: De zon.
LEERKRACHT: De zon. Is de zon op onze aarde?
LEERLING: Nee, in Afrika.
LEERKRACHT: Zit daar alleen de zon? Ja? En hier dan, wat zie ik daar buiten dan?
LEERLING: Ja maar dat zit heel ver weg, bij Afrika.
LEERKRACHT: Ok, maar in Afrika zien ze de zon ook hè? De zon is niet op de aarde, maar de zon…

Omschrijving

In deze eerste les worden de leerlingen geconfronteerd met het thema heelal. De leerkracht lokt op allerlei manieren taal uit met als doel de leerlingen te laten verwoorden wat ze al weten van de aarde. Lees hier tips voor hoe je, net als de leerkracht in dit fragment, de voorkennis bij je leerlingen op kunt wekken. De leerlingen maken na dit gesprek een tekening van de aarde.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Heelal

Kijkwijzer

1) Zie je dat de deze leerkracht bij de start van de les direct de aandacht van de leerlingen weet te pakken? Ze start de les met een spannend verhaal en leest een brief voor die zogenaamd aan de klas gestuurd is. Daarnaast weet ze met haar houding, mimiek en stemgebruik de spanning op te voeren. 

2) De leerkracht stelt verschillende keren open vragen, zoals ‘Wat is een alien?’ (00:20) en ‘Wat bedoelen ze daar nu mee, van een andere planeet?’ (1:29). Zo zet ze de leerlingen tot denken en biedt ruimte om gedachten hardop te verwoorden.

3) De leerkracht herhaalt en parafraseert regelmatig antwoorden van de leerlingen. Bijvoorbeeld: 
LEERLING: (…) een gebouw zien.
LEERKRACHT: Ja dus hij zou gebouwen zien, hij zou bomen zien. Wat zou Bolo nog meer zien als hij zo op onze aarde komt?
LEERLING: Bloemen.
LEERKRACHT: Bloemen zijn ook op onze aarde. Wat nog meer, wie wonen er allemaal op onze aarde? 
Herhalen of parafraseren van antwoorden kan verschillende doelen dienen. Je kunt zo een incorrecte uiting van een kind (bijvoorbeeld qua zinsbouw) verbeteren, je kunt zo een samenvatting geven of je kunt het antwoord gebruiken om erop door te vragen. Dat zie je de leerkracht in bovenstaand voorbeeld doen.

Opdracht
Aan het eind van het filmpje vertelt een leerling dat volgens hem de zon in Afrika staat. De leerkracht biedt hem de kans om toe te lichten waarom hij dat denkt. Bespreek met elkaar hoe jullie vervolgens op deze misconceptie zouden reageren. 

lesfasen